Fotobijschrift: Midden Roelie Wierenga met links haar schoondochter er recht haar kleindochter. Foto gemaakt door Mieke Regelink.

Het is op een dinsdagochtend dat we hebben afgesproken om een interview af te nemen met Roelie. Roelie is in september 10 jaar betrokken bij de koffieochtenden in het Noorddamcentrum voor de Bovenkerkers. Roelie en ik raken aan de praat onder het genot van een kopje koffie en zo nu en dan stel ik een vraag.

Hoe is het initiatief voor de koffieochtenden 10 jaar geleden ontstaan?
In Bankras gingen Jaap en ik altijd naar het wijkplatform. Toen we hier in Bovenkerk kwamen wonen hebben we het Bovenkerkse wijkplatform opgezocht. Wij vonden het belangrijk om bij het dorp betrokken te worden.

Tijdens een bewonersbijeenkomst wordt ons de vraag gesteld: Wat missen wij in ons dorp? Jaap kwam toen gelijk met het kopje koffie. Wij lopen namelijk regelmatig een rondje in de wijk en dan werden wij aangesproken met de vraag: Waar kunnen wij hier koffiedrinken? Daar was toen nog geen voorziening voor. Nellie Copini zat toen ook bij ons aan de tafel. Jaap kwam toen met het idee om het voor de ouderen op een ochtend te organiseren. Omdat er op woensdag een wekelijkse markt aan het Urbanuspark stond, leek de woensdagochtend de meeste kans op succes te bieden. Je haalt de sinaasappeltjes en drinkt gelijk een lekker bakkie met elkaar. Daarna hebben we onderhandeld over de prijs van het kopje koffie. We kwamen toen uit op € 1,- per kopje.

Hoe zijn jullie toentertijd gestart?
Met z’n drieën zijn we toen gewoon van start gegaan; Jaap Nellie en ik. Wij schonken de koffie en haalden het geld bij de mensen op. Eerst kwamen er maar enkele mensen, maar het liep steeds beter. Op een gegeven moment deed de mond-op-mond reclame zijn werk en kwamen er steeds meer. We merkten dat we aan een behoefte voldeden en dat maakt het ook zo leuk.

Wanneer is Loes bij de organisatie betrokken geraakt?
Ongeveer twee jaar na de start is Nellie overleden. Dat zal ongeveer het moment zijn geweest dat Loes bij de organisatie terecht is gekomen. Vorig jaar is mijn man Jaap overleden. Sinds die tijd doen Loes en ik het samen. Ik heb vanaf het begin de rol gehad om het geld van de koffie te innen. Ik ben de vrouw van de centen.

Hoe zijn jullie tijdens de verbouwing van het Noorddamcentrum bij Silversant terecht gekomen?
Tijdens de verbouwing van het Noorddamcentrum moesten we uitwijken naar een andere locatie. Het VOKA-gebouwtje kwam ter sprake, maar dat wilden Loes en ik niet. Silversant zagen wij wel zitten. Silversant wilde wel meewerken, maar dan moest de prijs voor een kopje koffie wel omhoog. Dat werd toen € 1,50. Daar konden we wel overheen komen en zo zijn we daar voor meer dan een jaar gehuisvest. Toen de verbouwing van het Noorddamcentrum klaar was en wij terug konden gaan, was het inmiddels Coronatijd. Toen zijn we een hele periode niet bij elkaar geweest. Dat kon toen niet.

Toen we weer van start konden gaan, hebben Loes en ik ieder een lijstje deelnemers gebeld met deze blijde boodschap. Ik heb toen mensen huilend aan de lijn gehad, die het kopje koffie zo erg gemist hadden.

Hoe is de samenwerking met de KBO tot stand gekomen?oen wij van start gingen had je inderdaad op de woensdagochtend twee groepjes die elk in een aparte ruimte een kopje koffiedronken. Jaap zei toen: als wij de koffie inschenken, kunnen we best even de kopjes van de KBO vullen. Daar was wat verzet tegen, maar we hebben niemand verplicht daaraan mee te doen. We zijn het gewoon vanuit onszelf gaan doen.

Wat is het moment geweest dat er sprake was van één grote groep koffiedrinkers?
Dat is eigenlijk als vanzelf gegroeid. Daar kan ik het precieze moment niet van aangeven. Wat wel meehielp waren de traktaties van jarigen die uitgedeeld werden. Het was niet verplicht om te trakteren, maar mensen hielden al rekening met beide groepjes. Zo zijn we steeds dichter naar elkaar gegroeid tot één groep. Het leuke is ook dat als één van ons er een keer niet is, dan helpt er iemand gewoon even mee de koffie uit te serveren.

Hoe zit het met de aansluiting op de activiteiten die de KBO organiseert? Want bij de koffiegroep van nu zijn er ook niet KBO-leden.
Daar wordt heel soepel mee omgesprongen. Zij kunnen gewoon met activiteiten meedoen en betalen daarvoor de niet-leden prijs.

Ik heb gehoord dat er een klaagmuur is. Wat is dat?
Dat is die groene wand in het “oude” Noorddamcentrum. Wij noemden dat de klaagmuur. Om te voorkomen dat we tijdens het koffiedrinken blijven hangen in de “pijntjes” en het “verdriet” hadden we de afspraak dat na een kwartier die sores over moest zijn. Dan moet je even de stap zetten om het over de leuke dingen te hebben. Die groene muur is er heden ten dage niet meer, maar het is nog steeds een ongeschreven regel. We moeten er wel allemaal energie van krijgen. Tenslotte, iedereen mankeert wel eens wat. Mijn moeder zei altijd: Het zit hem niet in de viool, maar in de strijkstok. Of met de woorden van Jaap: Je moet de slingers zelf ophangen.

Op een gegeven moment kreeg Jaap vasculaire dementie. Jaap en jij zaten beiden in de organisatie van het koffie drinken. Wat betekende dat voor jou?
Jaap was daar altijd heel open over. Het is, zoals het is. Jaap moest door zijn ziekte op een gegeven moment stoppen met het vrijwilligerswerk en ik ben juist doorgegaan met de koffieochtenden. We deden er heel normaal over. Ook de kleinkinderen zeiden: Opa vergeet wel eens wat en meer is het niet.

Waarom zijn jullie een paar keer per jaar in het Zonnehuis Bovenkerk met de koffiedrinkers te vinden?
We vinden het belangrijk dat de bewoners van het Zonnehuis zich betrokken voelen bij de wijk en vice versa. Daarom nemen we deel aan de winterpretweken en de campingweken. We gaan dan met de hele groep in het Zonnehuis koffiedrinken en het Zonnehuis komt dan de volgende dag naar het Noorddamcentrum toe. Overigens niet iedereen gaat mee. Dat is geen verplichting. We doen dat al een aantal jaar en dat gaat steeds makkelijker. We betalen dan gewoon voor de koffie en doen dit in de pot om voor de bewoners leuke dingen te doen. Ik vind dat dat zo hoort. Dat krijg je van thuis mee.

Wat kun je vertellen over de sub groepjes die er zijn?
Tegenwoordig hebben we een grote groep mannen aan een tafel zitten. Dan is er een handwerkclubje. Daar wordt gehaakt, gebreid en er worden prachtige ansichtkaarten gemaakt. En we hebben een grote kletsgroep van voornamelijk vrouwen die alle nieuwtjes uitwisselen. De ervaring heeft geleerd dat spelletjes doen voor de woensdagochtend niet werkt. Daar komen de mensen niet voor.

Welke rol heeft Hans voor jullie?
Hans hoeft alleen maar koffie te zetten en eventueel met wat lekkers op de trolley klaar te zetten. Aan het einde natuurlijk de afwas en het schoonmaken van de tafels en de zaal. Alle andere taken nemen wij waar. Ik heb een speciale portemonnee voor de centen. Na afloop lever ik een briefje en de centen in bij Hans. Dan kan Hans het verder aftikken met de Stichting. Dat is een geoliede machine en loopt heel soepel.

Hoe lang wil je nog doorgaan met de koffieochtenden?
Koffie schenken kun je tot je honderdste. Maar het is vaak een gekakel van je welste. Ik kom gewoon moe thuis. Dat mag ook hoor. Je moet toch wat doen? Ik ben tenslotte al 80 jaar. Ik ga speciaal voorafgaand aan de koffieochtend eerst naar de markt. Achteraf heb ik daar geen puf in. Maar ik denk nog niet aan stoppen.

Interviewer Edwin Barentsen